Vaststellingsovereenkomst ontslag op staande voet
In bepaalde gevallen hoeft een werkgever geen ontbinding aan de kantonrechter te vragen of een ontslagvergunning bij het UWV. Dan kan de werkgever de werknemer ontslaan op staande voet. Maar dat mag alleen onder strikte voorwaarden en is niet zo eenvoudig. Ook kleven er voor de werkgever veel risico’s aan. In zo’n situatie is het verstandiger om de arbeidsovereenkomst met de werknemer te beeindigen met wederzijds goedvinden, met een vaststellingsovereenkomst. Dan hebben beide partijen duidelijkheid en zekerheid.
Bij een ontslag op staande voet gaat het om een opzegging van de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, dus per direct. Bij een terecht ontslag op staande voet zal de werknemer geen recht op een WW-uitkering hebben, omdat het ontslag verwijtbaar is.
Er zijn drie voorwaarden voor een geldig ontslag op staande voet:
1. Er moet een dringende reden zijn
2. Het ontslag moet direct cq zo snel mogelijk (‘onverwijld’) worden gegeven
3. De werkgever moet de dringende reden ook ‘onverwijld’ geven aan de werknemer
Als niet volledig aan alle drie voorwaarden is voldaan dan kan de werknemer het ontslag op staande voet aanvechten bij de kantonrechter. Dit moet binnen twee maanden met een verzoekschrift. Na die termijn ben je te laat.
De werknemer kan de rechter verzoeken om het ontslag ongedaan te maken of om het te handhaven met ter compensatie een billijke vergoeding.
Omdat er na een ontslag op staande voet meerdere maanden onzekerheid kan zijn over de geldigheid van het ontslag, kunnen partijen er verstandig aan doen om alsnog te kiezen voor een beëindiging met een vaststellingsovereenkomst. Partijen hebben hierdoor meer zekerheid en het recht op een WW-uitkering kan behouden blijven.
Onze ervaren advocaat kan u helpen als er sprake is van mogelijk ontslag.
Als u vragen heeft over ontslag op staande voet, neem contact met ons op.